Elk lidstaat in de EU heeft een eigen zorgsysteem dat de medische zorg binnen de nationale grenzen regelt.
De EU-lidstaten stellen hun zorgsystemen aan elkaar ter beschikking. Dit wordt in het kader van interstatelijk ziekteverzekeringsrecht ook wel wederzijdse bijstandsverlening genoemd.
Bij wederzijdse bijstandsverlening kunnen personen die in één EU-lidstaat recht hebben op medische zorg, tijdens een verblijf in een andere lidstaat gebruikmaken van de medische zorg alsof zij daar verzekerd zijn. Het recht van het behandelingsland wordt toegepast.
Zoedoende kunnen we bv. ook tijdens een vakantie in Europa naar de arts gaan. Dit is niet vanzelfsprekend: voor het sociale recht geldt eigenlijk het territorialiteitsbeginsel, dat het recht op zorg tot het eigen land beperkt.
De patiëntenrichtlijn van 2014 maakt het voor de burger mogelijk om zich bv. zonder verzekeringsverklaring in een andere EU-lidstaat te laten behandelen. De zorg en de tarieven zijn vrij onderhandelbaar met de zorgverlener. De kosten worden volgens het recht van het verzekeringsland vergoed. Mobiliteit in de gezondheidszorg naast de wederzijdse bijstandsverlening.
Uiterlijk 23 oktober 2013 moest elke EU-lidstaat een nationaal contactpunt hebben ingericht. Hier kunnen verzekerden terecht met vragen over grensoverschrijdende gezondheidszorg en voor advies over de mogelijkheden voor medische zorg binnen Europa.
Naast medische zorg in een land van tijdelijk verblijf kennen de zorgverzekeringen van sommige lidstaten ook aanvullende diensten die van kracht zijn bij arbeidsongeschiktheid door ziekte.
Meer informatie over